Terminologie

Hier vindt u de meest gebruikte begrippen op het gebied van lichtgewicht oplossingen.

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A

A

Air-drying compound (‘luchtdrogend’):

voegproduct in poedervorm, verpakt in zakken, dat na menging met water binnen een bepaalde tijd uitdroogt door in contact te komen met lucht. De droogtijd is afhankelijk van de klimatologische omstandigheden (temperatuur, luchtvochtigheid, luchtcirculatie). Voorbeeld: Siniat finisher .

B

B

Bonding compound (‘uitharding door binding’): lijmproduct in poedervorm op basis van gips dat na menging met water binnen een bepaalde tijd uithardt en zorgt voor een stevige verbinding tussen gipsplaat en ondergrond (gips, baksteen, beton). Voorbeeld: Siniat KLEEFGIPS C90.

Brandreactieklasse: Europees kunnen producten en bouwdelen (toepassingen) geclassificeerd worden in 7 euroklassen volgens EN 13501-1: Bijdrage tot brand Praktijk

  • Klasse A1 geen enkele bijdrage; niet-brandbaar
  • Klasse A2 nauwelijks bijdrage; praktisch niet-brandbaar
  • Klasse B erg beperkte bijdrage; heel moeilijk brandbaar
  • Klasse C grote bijdrage; brandbaar
  • Klasse D hoge bijdrage; goed brandbaar
  • Klasse E zeer hoge bijdrage; zeer brandbaar
  • Klasse F gevaarlijke bijdrage; uiterst brandbaar

Verder wordt in de classificatie ook rekening gehouden met rookproductie (s-klasse) en druppelvorming (d-klasse). Brandende deeltjes en druppels kunnen namelijk een gevaar vormen bij het vluchten, zowel voor de personen aanwezig in het gebouw, als voor de reddingswerkers. Ze kunnen ook nieuwe brandhaarden veroorzaken.

  • s1 beperkte rookontwikkeling
  • s2 gematigde rookontwikkeling
  • s3 grote rookontwikkeling
  • d0 geen druppelvorming
  • d1 gematigde druppelvorming; delen branden korter dan 10s
  • d2 onbeperkte druppelvorming; delen branden langer dan 10s

Brandweerstand: Voor de meest gangbare elementen grijpt de Belgische regelgeving terug naar het Europees classificatiesysteem die als volgt uitgedrukt worden (waarbij de periode t uitgedrukt wordt in minuten):

  • Dragende elementen: REI t of R t
  • Niet-dragende elemten: EI t of E t

Waarbij:

  • R staat voor behoud van draagvermogen tijdens brand
  • E staat voor vlamdichtheid
  • I staat voor de thermische isolatie.

Voor plafonds en verlaagde plafonds is in de Belgische wetgeving ook “brandstabiel plafond” (soms uitgedrukt als Sf) opgenomen. Dit is echter niet opgenomen in het Europese classificatiesysteem en wordt daarom gebruikt door te verwijzen naar de proefnorm NBN 713.020 (uitgave 1968). Indien een brandstabiliteit van bijvoorbeeld 30 minuten gevraagd wordt, kan ook een EI30 plafond toegepast worden. Bij brandstabiele plafonds dient er ook een onderscheid gemaakt te worden tussen open en gesloten brandstabiele plafonds. Voor meer informatie richt u tot het Technical Excellence Centre van Etex.

Terug naar boven

K

K

Kantvormen: 

  • AK - Afgeschuinde Kant: De Afgeschuinde Kant is ideaal om op te voegen door middel van voegband en voegmiddel. Dit is de standaard kantafwerking voor standaardplaten.
  • VK - Volle Kant: De Volle Kant wordt vooral toegepast waar de naden worden afgewerkt met afdekstrips. Of waar de naden niet zichtbaar zijn.
  • 4-AK - 4 Afgeschuinde Kanten: Dankzij 4 afgeschuinde kanten kan men gemakkelijk grote wand- en plafondoppervlakten snel en eenvoudig egaal af te werken.
  • HRAK - HalfRonde Afgeschuinde Kant: De HRAK kan men opvoegen (eventueel) zonder voegband maar wel met een hoogwaardige niet-krimpend voegmiddel (bv. X60).
  • HRK - HalfRonde Kant: Platen met een HalfRonde Kant worden meestal niet opgevoegd, deze kant zorgt aldus voor een accentuering van de naden.
  • FK - Facet Kant: Platen met een FacetKant worden meestal niet opgevoegd, deze kant zorgt aldus voor een accentuering van de naden.
  • RK - Ronde Kant: Gipsplaten met een Ronde Kant moeten op ong. 5 mm van elkaar geplaatst worden zodat de voeggips zich tot aan de rugzijde van de plaat kan verankeren.

Karakteristieken: Bepaalde eigenschappen van gipsplaten worden beschreven aan de hand van een aantal karakteristieken die opgenomen zijn in de productnorm van gipsplaten.

  • A - Standaard gipsplaat

  • D - Gipsplaat met vastgelegde densiteit (minimaal 800 kg/m³)

  • F - Gipsplaat met verhoogde kernsamenhang bij hoge temperaturen, voldoen aan strengere eisen m.b.t. brandwerendheid.

  • H - Geïmpregneerde gipsplaat met vertraagde wateropname. Gemiddelde maximale wateropname volgens type: H1 = maximaal 5% (180 g/m²) - H2 = maximaal 10% (220 g/m²)

  • I - Gipsplaat met verhoogde oppervlaktehardheid. De diameter van de indrukking van een stalen kogel mag maximaal 15 mm zijn

  • P - Te bepleisteren gipsplaat

  • R - Gipsplaat met verhoogde breuksterkte

Krimp: door de uitharding of uitdroging wordt vocht uit het voegmiddel onttrokken waardoor het product in de voeg krimpt. Hierdoor is het soms vereist een bijkomende laag aan te brengen om de naad volledig te vullen. Siniat FILLERS B hebben een lage mengverhouding waardoor de krimp minimaal is en een tweede laag filler meestal niet is vereist.

 

Terug naar boven

M

M

Mengverhouding: de hoeveelheid water die toegevoegd dient te worden bij voegmiddelen in poedervorm. Voorbeeld Siniat FILLER B: 1 liter water = 2kg poeder

Back to the top

P

P

Prestatieverklaring (DOP): Bij het op de markt brengen van een bouwproduct moet er verplicht een prestatieverklaring opgesteld worden, als dit product onder een geharmoniseerde norm valt of in overeenstemming is met een daarvoor verstrekte Europese technische beoordeling. De prestatieverklaring vermeldt de prestaties van een bouwproduct met betrekking tot de essentiële kenmerken ervan.

Terug naar boven

R

R

Readymix (‘gebruiksklare pasta’): gebruiksklaar voegmiddel (pasta), verpakt in emmers, uitdroging door in contact te komen met lucht. Readymix–voegproducten hebben een quasi onbeperkte verwerkingstijd en in vergelijking met poeder en
langere droogtijd, afhankelijk van klimatologische omstandigheden. Gebruiksklare voegmiddelen zijn 2-in-1 producten (filler en finisher) of als afwerkingslaag. De meeste readymix voegmiddelen zijn verwerkbaar met de hand alsook met een ‘airless’-machine voor volvlakkige afwerking van de gipsplaat (‘total skimming’). Voorbeeld: READYMIX FILL+FINISH en READYMIX FINISHER PRO.

Back to the top

S

S

Setting compound (‘uitharding door uitdroging’): voegproduct in poedervorm, verpakt in zakken, dat na menging met water binnen bepaalde tijd uithardt. Tijdens de productie worden additieven vermengd in het poeder die de verwerkingstijd en uithardingstijd bepalen. Siniat heeft vier soorten fillers elk met hun specifieke verwerkingstijd: 30, 40, 90 en 120 minuten. Voorbeeld: Siniat FILLER B en FILLER X60.

Back to the top

U

U

Uithardingstijd: de wachttijd die vereist is totdat een volgende laag kan worden aangebracht: tweede laag voegenvuller (filler) en/of afwerkingslaag (finisher). Voegmiddelen in poedervorm hebben een kortere wachttijd dan
kant-en-klare (readymix) producten. Voor het aanbrengen van een volgende laag is het niet vereist dat de vorige laag helemaal droog is. Deze dient wel voldoende hard te zijn om afschrapen te voorkomen.

Back to the top

V

V

Verwerkingstijd: tijd waarin het aangemaakte product kan worden verwerkt alvorens de uitharding start (poeders). De verwerkingstijd van Siniat FILLERS B wordt aangegeven in de productnaam: b.v. Siniat FILLER B45 is verwerkbaar tot ± 45 minuten na het mengen met water, de uitharding start vanaf ± 45 minuten. De verwerkingstijd van gebruiksklare voegmiddelen (readymix ) is quasi onbeperkt als de emmer wordt gesloten na gebruik.

Voorzetwanden : Voorzetwanden zijn per definitie wanden die vanaf één enkele zijde gemonteerd kunnen worden. Ze worden bijgevolg  toegepast als afdichting van openingen in brandwerende muren en dergelijke, waar men niet aan de binnenkant kan gaan werken. Ze lenen zich ook tot het afdichten of opbouwen van technische schachten.

Terug naar boven

Innovatieve, slimme en efficiënte oplossingen

Geteste & gecertificeerde oplossingen

Wereldwijd beschikbaar